AI en creativiteit: “De geest moet zich ongestoord over het object kunnen buigen om de parel af te scheiden.” -Virginia Woolf-

Afbeelding van Het Meisje met de Parel en een door AI gegenereerde afbeelding dat er op lijkt
Vermeer versus AI

Het onderwerp van de 17e eeuwse Nederlandse schilder Vermeer lijkt een draaiende beweging naar de kijker te maken, waardoor de toeschouwer op een intelligente manier bij het schilderij Het Meisje met de Parel betrokken raakt. De ooglijn iets diagonaal, dit ondersteunt de beweging. Door de wat geopende mond lijkt het ook alsof het meisje op het punt staat iets uit te spreken. Haar vochtige, net wat te rode lippen zorgen daarbij voor een sensueel aanzien. Dit zijn volgens mij de compositorisch het meest in het oog springende eigenschappen van het intiem kleine schilderij. En juist DIE ontbreken na het AI (artificiële intelligentie) programma Midjourney deze opdracht te hebben gegeven:  “Modern version of The Girl with the Pearl Earring by Vermeer.” 

TUSSENKOMST (AI en creativiteit)

Dat AI in staat is om toch tot zo’n levendig hedendaags resultaat te komen is niet minder dan opmerkelijk. AI is in al zijn/haar/hen verschijningsvormen een variatie op Shelley’s Frankenstein; met materiaal afkomstig uit diverse bronnen naar schoonheid streven om uiteindelijk een monster te scheppen. Een mooi en nuttig maar ontzielt monster dat in vele verschijningen tot ons zal komen. 

AUTEURSRECHT

In januari 2023 hebben drie kunstenaars een rechtszaak aangespannen tegen Stability AI, Midjourney en DeviantArt, waarbij ze beweren dat deze bedrijven de rechten van miljoenen artiesten hebben geschonden door AI-tools te trainen met vijf miljard afbeeldingen zonder toestemming van de makers. 

Zelf met afbeeldingen aan de slag: surf naar Midjourney en maak via ‘join the beta’ een account aan. Copyright kan er niet aan worden ontleend omdat het resultaat niet gemaakt is door een mens, waardoor dan ook DE GEEST ontbreekt. 

Kenmerken goede tekstschrijver

Schrijftips. Een goede tekstschrijver herken je aan een aantal zaken: informeel taalgebruik, vermijden van Engelse termen, citaten en (andere) clichés, gedoseerd gebruik van humor, wat verstand van vormgeving en zijn prijsstelling.

Een goede tekstschrijver en spreek- versus schrijftaal

Achter een toetsenbord gebruiken we ineens formele woorden, bijvoorbeeld: alsmede, dienen te, doch, gelieve, immers en omtrent. Formeel taalgebruik schept een afstand tot de lezer, probeert gezag te vertegenwoordigen. Dat is soms nodig, denk aan een aanmaning: “Als je niet op je eigen interieurtje wil bieden, moet je maar eens gaan lappen, klootzak.“ (In spreektaal hoor je de ’t’ achter ‘wil’ niet.) “Indien u thans niet overgaat tot onmiddellijke betaling…” zal meer indruk maken. Spreektaal daarentegen is makkelijk herroepbaar, bestaat uit kortere zinnen en hoeft niet onderbouwd te worden. Bovendien is het verschil tussen een ‘d’ of een ‘t’ niet te horen. Een goede tekstschrijver kent de voor- en nadelen van schrijf- en spreektaal en zal de boel bijvoorbeeld anders opschrijven dan er tijdens een interview gezegd wordt. Het doel is duidelijk: leesbaarheid.    

Engelse termen 

Bootcamp (kontjescamping), brainstormen (lukraak fantaseren met als resultaat verward gedrag), branding (nee, geen strandtent), converterende content (is Hanskje, onze neerlandicus, niet content mee), engagement is key, follow-up, (follow up is een werkwoord, follow-up is een zelfstandig- of bijvoeglijk naamwoord) proces-minded, stakeholders… allemaal prima te vertalen (vak)termen. 

Op Engelse leenwoorden zijn trouwens de Nederlandse spellingregels van toepassing. Samenstellingen waarvan een deel Engels is, worden aaneengeschreven: humanresourcesafdeling, managementassistent, publicrelationsbureau, topdownbenadering. Een goede tekstschrijver is naar onze mening terughoudend met het gebruik van Engelse termen.  

Een goede tekstschrijver vermijdt clichés

Niet alleen overbodige Engelse termen zorgen voor agressie tijdens het lezen. Op menig website tref je zinnen als: “Dan ben je bij ons aan het goede adres” (wegwezen nu het nog kan) of “Service staat bij ons hoog in het vaandel” (niet meer dan normaal). Ik haal nog even door. Een blog of brief beginnen met: “Naar aanleiding van het feit.” 

Vacatures, ook zoiets. Advertenties staan bol van de clichés. “Geen 9 tot 5 mentaliteit” (klopt, begin graag om 10 uur en om een uurtje of 4 is het genoeg geweest), “Spin in het web”, “Out of the box denken” (het gebruik van deze zin, bewijst dat het betreffende bedrijf diep in de doos zit), “Wij stellen de klant centraal”, “Snel schakelen” (niet doen, tenzij je een chauffeur zoekt). Een goede tekstschrijver herken je aan de mate van tekstuele duidelijkheid, zonder clichés.

Een goede tekstschrijver en citaten

Tekst moedeloos voorwaarts en geen idee waarheen. Geen cliché maar een tekst van een goede tekstschrijver
© de tekstschrijvers

Eigenlijk zou je alleen citaten moeten gebruiken als je de boeken waaruit geciteerd wordt zelf hebt gelezen, zou een hoop ellende schelen. Voor eenvoudige zaken worden nu de meest grote denkers uit de vergetelheid en het citatenboek getrokken. Helemaal erg, Engelse citaten! Met een citaat denkt de tekstschrijver extra gewicht aan zijn stukje toe te voegen, het tegendeel lijkt het geval. Hij laat opzichtig zien dat de creativiteit om zelf een pakkende zin op papier te krijgen totaal ontbreekt. Citeer als tekstschrijver jezelf. Als die uitdaging geen succesvol resultaat oplevert, besteed je schrijfwerk dan uit. 

Een goede tekstschrijver en humor

beenprotese als bijzettafeltje, illustratie bij humor van de tekstschrijvers
© de tekstschrijvers, bijzettafeltje

Gevoel voor humor, daar kan je een goede tekstschrijver zo nu en dan op betrappen. Niet dat de lezer constant onder zijn bureau zakt van het lachen, want dan is de tekst niet meer serieus te nemen, maar een spitsvondige titel of een kwinkslag in de laatste regel zijn toch wel symptomen van een tekstschrijver die lekker met zijn vak bezig is. Grappig zijn is niet moeilijk maar op het juiste moment (veelal aan het einde van een zin) toeslaan met een grap, duidt op vakwerk.

Vormgeving en techniek

Overleg met ontwerpers behoort zo nu en dan tot de werkzaamheden van een tekstschrijver. Een tekst moet tenslotte in een goede vorm gegoten worden. Enige kennis van CSS, HTML, Illustrator of Photoshop zijn voor een tekstschrijver bijna noodzakelijk. Eenvoudigweg omdat eerdergenoemde zaken invloed hebben op hoe (de) tekst aan de lezer verschijnt.

Heb je een vraag, stel hem hier.

Met een gerichte tekst schiet je raak

Schrijftips… Online teksten worden niet uitgebreid gelezen, ze worden gescand. Uit onderzoek blijkt dat slechts 15% van de lezers een webtekst helemaal leest. Toch neemt Google je schrijfsel niet serieus als het korter is dan 300 woorden: hoe langer je tekst, hoe hoger de waardering. De leesbaarheid van een webtekst moet je dus optimaliseren. Hoe hou je zo’n ellenlang epistel leesbaar? Zeven essentiële schrijftips van een ervaringsdeskundige.

1. Begin met het einde

illustratie de tekstschrijvers bij schrijftips, oneindige kraan
© de tekstschrijvers

Schrijf je introductietekst als laatste; dan kan je perfect samenvatten waar je artikel over gaat. Stel in je introductie ook een vraag of biedt een oplossing, zorg voor een samenvattend citaat of begin met een korte anekdote. Verlevendig je introductie zonodig met een voorbeeld.


2. Schrijf in spreektaal

Schrijf heldere taal en formuleer zodat een normaal begaafde viertienjarige je verhaal kan begrijpen (niveau B1). Als de lezer moet nadenken gaat de begrijpelijkheid verloren en haakt hij af. Lastige zinsconstructies moet je zeker vermijden. Hieronder vier zinsconstructies die niet in een leesbare tekst thuishoren:

  • kettingzinnen zijn hoofdzinnen met meer dan één bijzin. Iedere bijzin is een nieuwe schakel aan de ketting. Een zin is overzichtelijk als hij maar één bijzin heeft of zelfs helemaal geen;  
  • naamwoordstijl is een werkwoord dat wordt omgevormd tot een zelfstandig naamwoord. Het werkwoord wordt een het-woord. “Tot de taken behoort het geven van voorlichting” in plaats van “Voorlichting geven is een van de taken“;
  • tangconstructies… Bij een tangconstructie wordt de hoofdzin onderbroken door een tussenzin. Een tangconstructie is correct Nederlands maar vormt een probleem voor de leesbaarheid doordat zij een groot beroep op het geheugen doet; 
  • voorzetseluitdrukkingen, hierbij gebruikt de schrijver veel voorzetsels. Ten aanzien van, door middel van, in verband met, met betrekking tot, met medewerking van, op grond van, ten aanzien van, uit hoofde van…

3. Schrijf scanbaar en in korte zinnen

© de tekstschrijvers

De scanbaarheid van je tekst vergroot je met tussenkopjes. De gemiddelde zinslengte voor een goede leesbaarheid is 10 woorden. Knip lange zinnen in stukken en verwijs met een koppelwoord naar de voorgaande zin. Voegwoorden (of koppelwoorden) kunnen nevenschikkend en onderschikkend zijn: 

  • nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen, zinsdelen, woorden of woordgroepen: en, maar, of, dan (wel), dus, want;
  • onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin: als, daardoor, hoewel, indien, nadat, omdat, terwijl, toen, wanneer, zodat, zodra.

Bij de analyse van je tekst geeft de WordPress plugin van Yoast een positieve waardering wanneer minimaal 30% van de zinnen een voegwoord bevatten. Yoast is een prima hulpmiddel om de leesbaarheid van je teksten te beoordelen. Schrap ook informatie die niets toevoegt aan je verhaal zoals overbodige lidwoorden, voorzetsels en bijvoeglijk naamwoorden. Plaats betekenisvolle werkwoorden zo dicht mogelijk bij het onderwerp, gezegde of zelfstandig naamwoord. De essentie van je zin is dan duidelijker.


4. Schrijf actief

‘Zijn’ en ‘worden’ moet je echt vermijden, deze woorden zorgen voor bureaucratische zinnen. Sloom klinkend bovendien. Deze manier van schrijven staat bekend als ‘de lijdende vorm’ of ‘passief taalgebruik’:

  • actief: ik lees een webtekst over online teksten;
  • passief: er wordt een webtekst gelezen over online teksten.

Actieve zinnen zijn prettiger om te lezen dan passieve zinnen, omdat ze directer zijn. Je hoeft er als lezer minder bij na te denken: je ziet meteen een beeld voor je. In actieve zinnen komen bovendien mensen voor, en dat zorgt voor levendigheid. Voorkom dus ook bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden zoals ‘overeengekomen afspraken’. In verreweg de meeste gevallen leidt een passief geschreven tekst tot een abstract verhaal. Het gevolg is dat je tekst niet tot de verbeelding spreekt en de lezer op afstand blijft. Wil je de lezer meenemen, ergens voor interesseren? Schrijf dan actief.


5. Vragen stellen

illustratie bij schrijftips: hondenriem in de vorm van een vraagteken
© de tekstschrijvers

Met vragen in je tekst voorkom je lange zinsconstructies en betrek je de lezer in je verhaal: hij of zij voelt zich persoonlijk in je schrijfsel getrokken.


6. Opsommingen zorgen voor duidelijkheid

Opsommingen zijn overzichtelijker en worden beter begrepen dan stukken tekst. Maak bijvoorbeeld opsommingen van: 

  • bekende problemen van de doelgroep;
  • oplossingen die je kunt bieden;
  • mogelijke alternatieven;
  • redenen waarom jij dat het best kan.

Een opsomming met vier onderdelen met niet meer dan zes woorden per regel zijn overtuigend en hebben de juiste informatiedichtheid. Er zijn aanwijzingen dat Google opsommingen ook op een positieve manier meeneemt in de ranking.


7. Illustreer belangrijke onderdelen

De meeste schrijftips gaan voorbij aan illustraties, waarschijnlijk logisch maar onterecht. Maak het voor de lezer makkelijker om info op te nemen door aanvullende afbeeldingen. Die afbeeldingen hoeven heus niet exact bij de tekst te passen, het associatievermogen van de lezer zorgt voor een koppeling met de tekst. Kijk dus goed wat je kan illustreren met grafieken, illustraties of foto’s. Google houdt er ook van, één afbeelding verhoogt al je SEO score maar pas wel op… cartoons zijn grappig maar doen je geloofwaardigheid geen goed. Probeer je tekst te voorzien van gelijksoortige afbeeldingen en gebruik bij voorkeur geen stockfoto’s. Je site wordt op die manier net zo afgezaagd als de muziek van Amélie op een stationspiano. Sterker nog, zoekmachines kennen vanzelfsprekend alle afbeeldingen en beoordelen stockafbeeldingen als niet unieke content. Lekker dan!


Wist je trouwens dat de tekstschrijvers een content-abonnement hebben voor blogs, columns en nieuwsbrieven? Daarmee ben je verzekerd van teksten die er voor je doelgroep toe doen. Niet alleen Google kijkt hoe vaak je iets van betekenis aan je site toevoegt; als het goed is doen je lezers dat ook. Op je site of via sociale media.

Bel je de tekstschrijvers als je het niet meer weet! Of stel hier je vraag.

Verteltechnieken

De gemeenschappelijke factoren van een goed verhaal

illustratie bij verteltechnieken: een sleutel met een klein poppetje
© de tekstschrijvers

De eerste verteltechnieken 

In de Poetica, een reactie op Plato’s neerbuigende beschouwingen over kunstwerken, weidt Aristoteles uit over wat een verhaal aan verhaaltechnieken moet bevatten. De hoofdpersoon ervaart volgens hem door zijn eigen schuld (hamartia) een verandering (peripetie) of een ontdekking (anagnorisis) die de plot volledig verandert. Het zorgt ervoor dat de hoofdpersoon lijdt (pathos), waardoor de lezer tot zuivering (catharsis) komt. In de vroege middeleeuwen vertaalde men de klassiekers waarover Aristoteles schreef in het oud Frans. Dat genre werd romanice genoemd: een verhaal in de volkstaal. In de tweede helft van de 16e eeuw, in de nadagen van de renaissance, herontdekte de Italiaan Lodovico Castelvetro(*) de leer van Aristoteles en begon die te verspreiden. Een toneelstuk gaat sindsdien dus over een beperkte gebeurtenis, op een beperkte plaats voor een beperkte periode. 

Verteltechnieken: drama boog

Pas in de 19e eeuw werd weer een serieuze poging tot universele duiding van verhaallijnen in gang gezet. De Duits schrijver en journalist Gustav Freytag(*) bestudeerde daartoe onder andere de werken van William Shakespear en kwam in 1863 met de ‘Piramide van Freytag’, beter bekend als ‘drama boog’. Freyta beschrijft de 5 elementen die terug zijn te vinden in elk vertelling, sprookje of mythe. Introductie, stijgende activiteit (het probleem), climax, dalende activiteit (het probleem bereikt het hoogtepunt) en ontknoping. 

Sterrenoorlog 

Campbell, een student van Carl Gustav Jung, publiceerde in 1949 ‘The Hero With a Thousand Faces’. Door gebruik te maken van de psychologie van Freud en Jung vergelijkt Campbell (*) de rudimentaire mythologie met de droomtoestand bij de moderne mens. Hij biedt de lezer een interpretatie van de mythologie met psychologische consequenties. De held gaat dus op reis, wordt uitgedaagd, lost toch opdrachten in en keert terug naar huis om zijn overwinningen te gedenken. Steven Spielberg, George Lucas, en Francis Coppola maakten er dankbaar gebruik van. George Lucas (vermogen 5,3 miljard dollar) hoopte in Star Wars een moderne mythologie op te bouwen. Logischerwijs vond hij in Campbells werk een waardevolle plattegrond. 

De strijder

Christopher Vogler (*) werkte als ontwikkelaar voor Disney studios, Fox 2000 pictures en Warner Bros. Hij schreef onder andere mee aan Aladdin, The Lion King, Fight Club en Men in Black. Vogler werd net als George Lucas geïnspireerd door de geschriften van mytholoog Joseph Campbell en maakte een adaptatie voor Hollywood-scenarioschrijvers ‘A Practical Guide to The Hero with a Thousand Face’. Deze adaptie is gebaseerd op de reis van de strijder, de levenswandel van een gewone man of vrouw die uit zijn of haar vertrouwde omgeving wordt gesleept. Dit om een probleem onder ogen te zien, een uitdaging aan te gaan of een buitengewoon avontuur te ondernemen. 

Toy Story

De schrijvers van het filmbedrijf Pixar (*) gebruiken tot slot de onderstaande structuur als basis voor al hun tekenfilms, bekend van onder andere Toy Story, Finding Nemo, WALL-E en Coco. Hun verhaallijn en theorie bestaat uit zeven stappen: er was eens … die elke dag… tot op een dag… daardoor… en daardoor… totdat uiteindelijk… en sinds die dag.

Meer weten: https://nl.wikipedia.org/wiki/Narratologie#Verteltheorie

Doe met deze 5 verteltechnieken je voordeel. Mocht het toch niet lukken, je weet ons te vinden.

Bronnen: https://www.britannica.com/biography/Lodovico-Castelvetro https://writers.com/freytags-pyramid https://www.imdb.com/name/nm0901038/bio?ref_=nm_ov_bio_sm https://www.khanacademy.org/computing/pixar/storytelling

Een echt verhaal

Zoals je in de muziek akkoordenschema’s hebt waarmee je het overgrote deel van de liedjes kunt ontleden, zo hebben de meeste romans en (korte) verhalen ook overeenkomsten: protagonist wil iets (streven), dat mislukt (conflict), protagonist zoekt alternatief (ontwikkeling).

Twee boeken, een van van het Reve en een van Hermans, in een oude lijmklem van hout. Illustratie bij een kort verhaal waarin deze schrijvers voorkomen.
© de tekstschrijvers

Ik vervolg mijn weg naar huis in de hoop genoeg van de hernieuwde kennismaking met een jeugdvriend te onthouden om er iets van op papier te krijgen. Dat doe ik graag; volgens mij zijn ideeën en verhalen namelijk de enige manier om vat te krijgen op de realiteit. Wat kan de grens tussen werkelijkheid en waan beter scherp stellen dan een verhaal? Maar ‘k loop op de feitloze feiten vooruit…

Door een signeersessie van de Haagse zenuwlijder Aart B. Bocht slenter ik na de ontmoeting, later dan gewoonlijk op een zaterdagmiddag, van mijn werk naar huis. Alina, de waarheid gebiedt het mij te melden, hing als een natte dweil laveloos om de nek van die wild gebarende maniak. Adoreren zulke lui min of meer bekende mensen omdat ze verwachten dat het succes naar ze afstraalt? Het slot klikt met een vertrouwd geluid open, thuis.

Ik geloof trouwens niet dat ik mezelf heb voorgesteld… mijn naam is Bouwe Valerah, geboren en getogen in het oosten van het land. Ik weet niet veel meer van mijn kleutertijd, maar vanuit de kamer op de eerste verdieping van mijn ouderlijk huis reikte m’n kinderlijke blik vanaf bed over de IJssel en de Heuvelrug, zoveel is zeker. De seizoenen werden er vervolgens jaar na jaar ruimhartig, door de altijd openstaande ramen uitgestrooid. Ik herinner mij vreemd genoeg van mijn eerste jaren voornamelijk geluiden. Dezelfde vogels die bijvoorbeeld met een rollende ‘R’ aan het einde van een hoogmoedige lied de zomer uitluidden, haalden in mijn geheugen, eerder met angstig gepiep de lente binnen. Nog steeds kan ik op bijna elk moment die klanken uit de tuin van mijn jeugd oproepen, om er met bijna hetzelfde gevoel als destijds verinnerlijkt naar te luisteren.

De nagenoeg geruisloze start van mijn verhaal maakte jaren later met iets meer kabaal plaats voor de pubertijd. Alhoewel, een verbroken verkering en een val van een brommer, dan heb je die hele opstandige fase eigenlijk wel gehad. Om een eigen plek in de maatschappij op te eisen verliet ik als adolescent het ouderlijk huis en ging met tegenzin op kamers in een grote stad. Na de Lerarenopleiding Nederlands in Amsterdam kwam ik, na twee jaar in het onderwijs, uiteindelijk bij boekhandel ‘De Koperen Tuin’ want achluofobie maakte voortijdig een einde aan een loopbaan als onderwijzer; orde houden in een klas vol lawaaiige pubers na een angstige nacht is aanzienlijk lastiger dan de dag uitzitten tussen een overdaad aan gestolde eeuwigheid. Ik heb er sinds ik in therapie ben trouwens minder last van, die beduchtheid voor het donker maar nog steeds durf ik minstens drie nachten op zeven niet in slaap te vallen; bang voor alles dat het duister herbergt. 

Enfin, voor een leven tussen de letteren verhuisde ik dus voor een tweede maal, ditmaal naar Middelburg.
Stapels maken in De Koper’n, boeken op alfabet in schappen duwen, bestellingen plaatsen en zorg dragen voor de bezorging. Bovenal lezers van advies voorzien. Het gaat mij makkelijk af, het aan de man brengen van fictie, ik hou ervan.

De arbeidsomstandigheden verbeterden toen twee jaar geleden, het moet in de lente geweest zijn, Alina werd aangenomen. Ze is ouder dan ik ben, midden dertig. Elke ochtend stapt ze met blosjes op haar wangen van de fiets. Daarna fatsoeneert ze in het toilet, naast de afdeling fictie, haar krullen. Als ze vervolgens naar de kassa loopt om rollen muntgeld op de rand van de lade kapot te slaan, veegt ze routineus haar zwart omrande bril schoon aan haar blouse. Elke ochtend hetzelfde ritueel. Wanneer ik, als gevolg van mijn angst na een doorwaakte nacht niet op gang kom, zet ze sterk geurende koffie en knipoogt samenzweerderig tijdens het inschenken. Er ontgaat haar doorgaans weinig.

Over mij is dit voor nu genoeg. Voor ik straks de met angst gevulde leegte intreedt, zou ik graag nog de afwas doen en mijn gammele boekenkast van nieuwe voorraad voorzien. Ik dénk dat ‘k het voor vandaag hier bij laat.

Tussen de bedrijven door worden jij en ik, oude vriend, elke nacht een ietsje ouder. Nieuwe lijnen trekken ongemerkt in onze huid. De groeiende slagschaduw van de tijd brengt ons, als oogleden voor de slaap, dichter bij elkaar. Maar, hoewel het vertrouwde naar mij blijft lonken, moet ik uiteindelijk opnieuw afstand nemen van wat mij bekend voorkomt en overgeven aan wat komen gaat. Het is goed want het is niet anders.

Deuren dicht, gordijnen net ver genoeg sluiten om de nacht buiten te houden maar beslist niet te ver, zodat het licht van de straatlantaarn schaduwen kan tekenen op de vloer. Alsof het huis tussen geknepen oogleden rust zoekt maar de slaap niet definitief wil vatten.

Daar lig ik, starend naar het plafond terwijl min of meer vertrouwde geluiden de slaapkamer vullen. Bij de buren kraakt parket, de wekker tikt, bloed stroomt bonkend door mijn aderen, ik hoor huiverend hoe mij hartslag interfereert met de klok, water door buizen, de wekker tikt, de wekker tikt, buiten start een auto. Ik grijp links en rechts de zijkanten van het bed en hou het onderlaken met gebalde vuisten vast. Wie weet hoeveel later lijken alleen de geluiden veranderd: angst smoort elk tijdsbesef onder mijn deken. Houterig gekraak begeleidt mijn gedachten en een hels kabaal vult de ruimte. Zonder regelmaat worden uiteindelijk ploffende klanken door de stilte geabsorbeerd.

In mijn beleving duurt het uren voor ik van bed durf en de kamerdeur voorzichtig, met het angstzweet op het voorhoofd, een ietsje openduw: boekenkast van de muur, inhoud achteloos door het toeval gesorteerd in wankele stapeltjes, nergens hoger dan drie boeken. Hier en daar een opengeslagen exemplaar.


“Wat is dit in Godsnaam?” Hoor ik. “Ik ben wel wat wendingen gewend maar dit slaat werkelijk alles. Ik was net op weg naar pagina 74 terwijl ik een vaas stond vol te pissen. Tegen wie sta ik hier eigenlijk te praten? Ach, zolang niemand mij hoort kan deze monoloog een wederzijds begrip niet in de weg staan.” Gestommel en het geknisper van omslaande bladzijden. Nauwelijks zichtbaar in een streep duister duwt iemand met zijn hand op de knie zich staande: “Jawel, ik hoor je… Nummeral, heb jij mij dit aangedaan? Ach, je moet weten dat ik toch nooit slaap.” De eerste stem antwoordt, door geschuifel nauwelijks verstaanbaar: “Nummeral, wat is dat voor naam? Je kunt nog beter dood zijn dan Nummeral heten. Nee, de naam is Frits.” In vormloze gedachten haal ik een stoel uit de keuken en plaats die voorzichtig bij de deur van de woonkamer en net nadat ik erop plaats neem, zie ik een een schim naast een flauwe heuvel van boeken zijn rugzak afdoen. “Frits… dat klinkt in weerwil van de situatie alledaags!”

De spreker blijkt, nu hij zich in het schijnsel van de lantaarn beweegt, een tamelijk jonge man met een langwerpig bleek gezicht en een daadkrachtige onderkaak, witte tanden die eruitzien of ze de hardste noten kunnen kraken. Daarboven een verbazingwekkend hoog voorhoofd dat de indruk nalaat of al zijn gedachten klaar staan om een uitval te wagen bij de geringste provocatie. Heel zijn statige verschijning lijkt naar begrip voor de hele bedoeling te zoeken, als ik hem hoor zeggen: “Aha… Frits, mijn naam is Alfred. Ik zeg bewust niet dat ik Alfred bén, nee, mijn naam is Alfred.” “Beste Alfred, het is de mededeling die het hem doet, niet de werkelijkheid zoals die zou zijn als de mededeling waar is”.

Terwijl ik stofdeeltjes in het schijnsel van licht zie dansen, is het Alfred die antwoordt:
“Veel mensen houden hun paranoia voor de waarheid, trouwens waarin verschilt de werkelijkheid van een verhaal?” Frits verzucht hoorbaar: “De werkelijkheid herken je aan haar onwaarschijnlijkheid.”

Aart B. Bocht is een anagram voor Bart Chabot. Verder tref je in de slotdialoog romanfiguren van Reve (Frits uit De Avonden) en Hermans (Alfred uit Nooit Meer Slapen). Beide boek titels vullen het onderwerp aan. De achternaam van de schrijver (Valerah) is een anagram voor ‘verhaal’. De bijfiguur haar naam lijkt op alinea, da’s duidelijk.

Vacatureteksten schrijven

Vacatureteksten bevatten de discrepantie tussen de persoonlijke wensen van het individu versus de collectieve eisen van de gemeenschap, maar zijn in feite ook een voorbereiding op de sollicitatieprocedure. Geïnteresseerde kandidaten willen bovenal individueel “het verschil maken” en invloed hebben over het productieproces of de dienstverlening. Voor millenniums is dit zeker belangrijk. Dat zou de reden kunnen zijn dat zulke teksten zwanger staan van de Engelse termen, maar niet om ze ook vol te stoppen met clichés.

Vacatureteksten, afbeelding vol engelse termen en clichés.
Hunkemöller heeft 180 vestigingen in Nederland

De cijfers

In het laatste kwartaal van 2021 stonden er volgens het CBS 371.100 vacatures open, een record; 126 vacatures voor 100 werkzoekenden. Deze krapte op de arbeidsmarkt vertaalt zich in een ontzagwekkende hoeveelheid vacatures. Er zijn bedrijven die personeelsadvertenties gebruiken om zich uitgebreid te profileren (zie afbeelding) en schieten zo hun doel voorbij. Goede vacatureteksten zorgen voor geschikte kandidaten en als gevolg voor tijdswinst door voorselectie. De opbouw van vacatures is trouwens volgens Monsterboard: functietitel, functieomschrijving, eisen, informatie over bedrijf en voorwaarden. Dit alles in helder taalgebruik en in minder dan 500 woorden. Binnen die beperkte hoeveelheid kan het nog veel misgaan… 

Clichés

Personeelsadvertenties staan bol van de clichés. Vanzelfsprekend, het is een stramien. Ik licht er twee uit. ’Dynamisch’ dat woord is waarschijnlijk ooit vacatures in gesmokkeld om oudere sollicitanten al bij voorbaat weg te jagen. Nu is het een holle kreet die, als het al iets betekent, een eufemisme is voor stressvol. ‘Werken in een dynamische omgeving’ zou binnen deze optiek inhouden: overbelast bezig zijn in een onoverzichtelijke bende. De laatste: ‘proactief’ is dat zonder noodzaak ergens aan beginnen omdat de nieuwe werkgever niet goed instrueert? Intelligente sollicitanten doorzien proactief voorgaande onzin en bladeren door naar een in heldere taal geschreven vacature. Waarschijnlijk is ook dit geklaag over taalgebruik clichématig.

Vacatureteksten & Engels

Onze zuiderburen gaan behoudend om met de invloed van het Engels. ScienceGuide: “In Vlaanderen wordt het Nederlands vaker gebruikt op universiteiten dan in Nederland: 43 procent van de studenten geeft aan dat alleen Nederlands gebruikt wordt tijdens de studie, ten opzichte van 28 procent in Nederland.” In de Belgische Standaard valt op 16 februari 2022 te lezen: “Het Franglais is all over the place, en dat zint de Fransen niet.” De Académie Française maakt zich zorgen om de indringer die de Franse samenleving bedreigt: de Engelse taal. Die opmars is niet te stoppen.

Natuurlijk heeft dat ook zijn weerslag op personeelsadvertenties, de jonge doelgroep schuwt die taal allerminst. Een neveneffect is dat, net als bij het eertijdse gebruik van het woord ‘dynamisch’, het de oudere sollicitant clichématig wegjaagt.  

Blog per strekkende meter

dikke rol papier met vulpen
© de tekstschrijvers

Je komt ze tegen, tekstschrijvers die voor 2 cent per woord hun vingers in de Vaseline dopen. 2 cent per woord = 10.000 woorden (ca. 27 stuks A4-tjes) voor € 200,- Volgens de monitor van beroepsvereniging voor tekstschrijvers Tekstnet is het gemiddelde tarief van professionele tekstschrijvers € 70,-. Bij dat tarief hebben we het hier over bijna 9 A4-tjes (3.508 woorden) per uur (*1). De gemiddelde woordlengte is in Nederlandstalige teksten 5 tekens, dus… bijna 3 uur lang 4,9 aanslagen per seconde (*2). Een olympische prestatie, maar is 2 cent per woord een reële prijs voor een blog?

De taal is wonder zoet, voor die haar geen geweld aandoet

Een olympische prestatie dus. Zeker gezien het feit dat voor het schrijven van webteksten en blogs, want daar hebben we het over, SEO kennis is vereist; hoewel daar plug-ins behulpzaam bij zijn, moet je weten waar een zoekwoord goed tot zijn recht komt en een duidelijke meta-description (de omschrijving die in de zoekmachine wordt weergeven onder de titel van de pagina) is ook niet onbelangrijk. Oh ja, kennis van spelling en grammatica is natuurlijk een vereiste. Je moet daarnaast ook snappen hoe je bijvoorbeeld kettingzinnen, tangconstructies en de naamwoordstijl kan vermijden. Voorts dient zo’n woorden wever over ervaring te beschikken in de opbouw van spanningsbogen, afwisseling in zinslengte, pakkende kopjes etc. Doen zulke vinger atleten onderzoek naar het onderwerp waarover ze schrijven? Nee, natuurlijk niet. Zouden ze kennis hebben van bijvoorbeeld WCAG richtlijnen of de onderverdeling in verschillende taalniveaus en doelgroepen? Waarschijnlijk evenmin. 

We kunnen concluderen dat zo’n toetsenbord Tsjaikovski inderdaad over bijna bovenmenselijke capaciteiten moet beschikken, of het betreft pen piraten die voortdurend in touw zijn om onkundig de eindjes aan elkaar te knopen.   

*1 (200,- : 70 = 2,85 uur, 10.000 woorden : 2,85 uur = 3.508 woorden per uur.) *2 (3.508 * 5 = 17.540  aanslagen per uur. 17.540 : 60 = 292,33 aanslagen per minuut, 292,33 : 60 = 4,9 letters per seconde.)

(Dit stukje bevat ca. 276 woorden, 276 * 0,02 = € 5,52. En jij gelooft dat?)


Blog (laten) schrijven

Illustratie bij Blog laten schrijven
©detekstschrijvers

Blog laten schrijven of zelf doen? Voor je daarover beslist zijn er wat zaken die je moet weten, wetenswaardigheden waardoor je blog effectiever over het web zwerft.

Geschiedenis blog

Vanaf 1994, na de wereldwijde introductie van het wereld wijde web, ontstond de mogelijkheid om persoonlijke berichten in chronologische volgorde op een webpagina te presenteren. Het duurde nog jaren voor het woord blog voor het eerst werd gebruikt. Pas met het verschijnen van gratis software om websites eenvoudig als blog in te richten (zoals WordPress, Blogger en Postleaf) werd het een uiterst populair medium om meningen of diensten onder de aandacht te brengen. Na de introductie van WEB 2.0 in 2010 konden er bovendien reacties op worden achtergelaten. Nu zijn blogs veelal een vast onderdeel van een website, met een functie die enigszins valt te vergelijken met die van een nieuwsbrief. 

Blog en een URL

Blogs krijgen sinds het begin van de opmars (in de url) een tijdsaanduiding mee, de bezoeker krijgt zo bovenaan in een menu het meest recente bericht te zien. Ook kan je blogberichten categorieën (hoofdstukken) en tags (kernwoorden) meegeven. Deze zijn als permanente link ook zichtbaar in de url; zodoende kan op een archiefpagina op deze onderverdelingen worden gezocht. Let wel: een teveel aan categorieën maakt zo’n pagina natuurlijk wel onoverzichtelijk.

Plaats in het menu

Het maximale aantal menu items schommelt rond de zeven: meer kunnen we er niet onthouden. De meeste aandacht ligt bij het eerste en laatste deel van je menu; daar kan je met de plaatsing van het blog rekening mee houden. Het logische gegeven dat de meest geïnteresseerde lezers de onderzijde van een pagina bereiken valt natuurlijk ook te gebruiken; stem je informatie daarop af. 

Koppeling met sociale media

Dubbele (of overgenomen) inhoud wordt door Google waarschijnlijk niet gewaardeerd, anders is het als je een blogbericht via een plugin ook op gekoppelde sociale media aan je lezers aanbiedt. Het aantal reacties op je post aldaar draagt bij aan de vindbaarheid op een zoekmachine; het laat dan ook zien dat er voor lezers relevante teksten worden geleverd.    

Noodzakelijke Plugin

Als je site is gebouwd in WordPress zou je eigenlijk de Yoast SEO plugin moeten installeren. Die plugin stelt de schrijver van een artikel in staat om tot een juiste verdeling van de zoektermen te komen. Ook attendeert Yoast je onder andere op het gebruik van actieve taal en de minimale hoeveelheid woorden, interne en externe links en benaming van afbeeldingen. Allemaal zaken waar Google ook naar kijkt.  

resultaat in Yoast
©detekstschrijvers – Yoast resultaat van deze pagina

Zoekwoorden

Kies bijvoorbeeld hier branche gerelateerde zoekwoorden en analyseer welke voor je stukje (dus lezer) het meest effectief zijn. Kijk ook hoe collega’s een onderwerp benaderen en doe het diepgravender. De effectiviteit van een zoekwoorden onderzoek moet trouwens ook niet worden overdreven, als het goed is weet jij het best waar je lezers behoefte aan hebben. Wel is het zo dat uit je onderzoek kan blijken dat er over een onderwerp (zoekwoord) zoveel geschreven is dat nog een artikel niets toe zal voegen aan je vindbaarheid.

Blog (laten) schrijven

Begin gewoon met schrijven, het hoeft niet in 1 keer goed. Een schets volstaat. Je proeflezer geeft tenslotte aan wat er onduidelijk is en dus beter kan. Laat dus je opzet aan anderen lezen en verwerk hun opmerkingen.

  • wissel de zinslengte af, dat leest minder monotoon;
  • plaats tussenkopjes, de meeste mensen scannen;
  • illustreer met rechtenvrije afbeeldingen;
  • verander naar aanleiding van je zoekwoorden onderzoek de tijdsgebonden url in een vindbare, dus voorzien van een categorie;
  • maak een opsommende samenvatting.

Blog laten schrijven of zelf doen? Het simpele feit dat je deze regel nog leest maakt duidelijk dat wij weten hoe je effectief een blog schrijft.

Meer weten?.

Gemeenschappelijke taaleigenschappen

taaleigenschappen: foto van trap naar spiegelen daarin de reflectie van een boekenkast
© detekstschrijvers

Taaleigenschappen: volgens emeritus hoogleraar taalkunde Chomsky bevat elke taal vaste systemen waarmee men zinnen vormt; zo komen werkwoorden en zelfstandige naamwoorden algemeen voor. Andere overeenkomsten die alle talen bezitten zijn, naast de aanwezigheid van een zinsbouw; voornaamwoorden, klinkers en medeklinkers. De volgorde van bepaalde woordsoorten blijkt ook aan conventies onderhevig. Zo staan het bijvoeglijk naamwoord en het telwoord in de meeste talen voor het zelfstandig naamwoord. Natuurlijk is er meer…

Taalfamilies

Veruit de meeste talen zijn terug te brengen tot een aantal taalfamilies. Zo hoort onze taal tot het Indo-Germaans. Deze groep is ongeveer 8.000 jaar geleden ontstaan en wordt nu gesproken door grofweg 40% van de wereldbevolking, waarmee het de grootste taalfamilie is. Proto-talen vormen de geschiedkundige relatie tussen talen die aan elkaar verwant zijn, ze zijn de moedertaal (Grieks prõtos: ‘eerste’). Germaanse talen zijn geëvalueerd vanuit het proto-Germaans. Familie van het Nederlands zijn onder andere het Deens, Duits, Engels, IJslands en het Zweeds.  

Taaleigenschappen: woordvolgorde

De volgorde van woorden van bijna alle talen zijn onder te brengen in twee groepen: 

onderwerp-lijdend voorwerp-werkwoord 

(Subject – Verb – Object: de vrouw eet soep);   

onderwerp-werkwoord-lijdend voorwerp 

(SOV: de vrouw soep eet).   

Het Nederlands behoort tot de eerste groep net zoals bijvoorbeeld het Engels, Italiaans en Frans. Volgens onderzoekers aan de Universiteit van Chicago is de SOV volgorde de meest organische. Het is de volgorde van elke nieuwe taal (pidgin). Een pidgintaal vormt zich wanneer men elkaars taal niet kent en toch moet communiceren. Als deze vereenvoudigde taal een moedertaal wordt spreek je van een creooltaal. SOV is ook de volgorde die iedereen aanhoudt bij het uitbeelden van verhalen zoals bij gebarentaal. Susan Goldin-Meadow van de Universiteit van Chicago stelde, bij veertig kinderen met 4 verschillende moedertalen die aan het onderzoek meededen, vast dat bij het uitbeelden van de zin “kinderen eten snoep” de visuele weergave als volgt is:

onderwerp-lijdend voorwerp-werkwoord 

(SOV: kinderen snoep eten). 

Taaleigenschappen: er bestaat dus wel een soort universele wetmatigheid om het onderwerp voorop in de zin te plaatsen. Ook bestaat er over het algemeen een voorkeur voor de actieve vorm.

Pidgin

Vaak ontstaat een pidgin door een grote vereenvoudiging van de taal waarmee de spreker zich bedient. Dit in de verwachting zich beter verstaanbaar te maken. Grammaticale regels, en dus taaleigenschappen, worden daarbij uit andere talen overgenomen. Zulke zinnen bevatten onvervoegde werkwoorden en een wisselende woordvolgorde maar leunt duidelijk op de SOV-vorm en kent vrijwel geen harde grammatica-regels.

Gebarentaal

Volgens ‘de Ethnologue: Languages of the world’ bestaan er 7.117 talen, waaronder 137 gebarentalen. Een gebarentaal is een organische, etnische taal; vandaar de variaties. Gebieden hebben afzonderlijk gebarentalen die separaat van de plaatselijk gesproken talen evalueren. Natuurlijk zijn er gebaren die universeel worden gebruikt: Thumb up en pico bello bijvoorbeeld. In de gebarentaal zijn veel gebaren gebaseerd op de vorm van de uit te beelden zaken of bewegingen. De grootste overeenkomst is dat alle gebarentalen ruimtelijk zijn: er wordt gebruikgemaakt van de dimensies. 

Omdat ook gebarentalen zijn onder te brengen in taalfamilies, lijken sommige gebarentalen op elkaar. De Nederlandse gebarentaal is geen familie van het Duits, zoals in gesproken taal maar familie van de Amerikaanse en Franse gebarentaal. De Britse (familie van de Australische en de Nieuw Zeelandse gebarentaal) en de Amerikaanse gebarentaal lijken weer helemaal niet op elkaar. Zijn er ook doventolken voor doventolken die zich van verschillende talen bedienen?

Handalphabet

Afzonderlijke letters zijn uit te beelden in een handalphabet, ook daarbij geldt dat er geen uniformiteit bestaat. Een opmerkelijk feit is dat bij het uitbeelden van getallen de Chinezen tot iets unieks in staat zijn. De getallen 0 tot en met 10 zijn op 1 hand te tellen, te verbeelden. Da’s handig, kan je met de andere hand iets anders doen.  

Bronnen: Beekes, R.S.P. Comparative Indo-European Linguistics: an Introduction, John Benjamins Publishing, 1995. 

Stichting Nederlands Gebarencentrum. 

Bachelor’s thesis Linguistics Radboud University Nijmegen by Morwenna Hoeks, 2016.

Paradox van Grelling

het woord handschrift in schrijfletters, ter illustratie van een stukje over de paradox van Grelling.
© de tekstschrijvers

Naamwoorden kunnen volgens de Duitse taal- en wiskundige Kurt Grelling in 2 groepen worden ingedeeld. De 1e categorie noemt de Duitser “autologisch”. Dat zijn woorden die op zichzelf betrekking hebben. Het woord “vijflettergrepig” is bijvoorbeeld autologisch omdat het vijflettergrepig is. Hetzelfde geldt voor woorden zoals “Nederlands”, “woord” en “kort” omdat het woord “Nederlands” Nederlands is, het woord “woord” een woord en het woord “kort” is kort. Nog drie: Afk, spelvout, verhapseling. (Opmerking: het woord “korter” is langer dan het woord “kort”.)

Uiteraard zijn er ook woorden waarvoor dat niet opgaat, die noemt Kurt heterologisch. “Zeslettergrepig” is heterologisch omdat het niet zeslettergrepig is en “lidwoord” is eveneens heterologisch omdat het geen lidwoord is. De betekenis van de woorden “autologisch” en “heterologisch” zijn duidelijk. 

Nu de vraag hoe het gesteld is met het woord “heterologisch”: heterologisch of autologisch? Een tegenspraak; voorzover het heterologisch is, is het autologisch en andersom. Stel nu dat heterologisch een autologisch woord is. Dan beschrijft het zichzelf per definitie niet, want het betekent juist het tegenovergestelde van “autologisch”. Als heterologisch dus in plaats daarvan een heterologisch woord zou zijn, zou het zichzelf beschrijven en is daardoor per definitie autologisch. Het woord heterologisch kan alleen autologisch zijn als het zichzelf beschrijft en dus heterologisch is. Dit is een duidelijk geval van tegenspraak: de Paradox van Grelling.

Bron: Russell’s Second Paradox A Dialectical Analysis of ‘On Denoting’ -Harm Boukema- Radboud Universiteit Nijmegen

Oxymoron 

De stijlfiguur oxymoron komt overeen met de paradox. De oxymoron (een echte tegenstelling) verschilt van een paradox (een schijnbare tegenstelling) door het feit dat een paradox een gedachtegang weergeeft die leidt tot een vrij absurde slotsom; de oxymoron brengt onverenigbare begrippen samen. Het woord oxymoron is trouwens autologisch (zie afbeelding): het verwijst naar zichzelf. (Grieks oxus = slim, scherpzinnig + moros = dom.)

Een oxymoron is het tegenovergestelde van een pleonasme. Voorbeelden: duurzame ontwikkeling, constante verandering, global village, plastic glas, vloeibaar gas, werkvakantie.